Taal:
Neem er enkele (10) (boerderij)dieren bij. Geen nood als je er geen hebt, teken en dan een paar op een blad. Mama of papa kan er dan misschien de naam bijschrijven.
Kies een dier, benoem het en klap het woord. Hoeveel keer heb je geklapt?
Ga door tot je alle dieren gehad hebt.
2e kleuterklas: Kan jij ook jou naam klappen? Of die van mama en papa?
3e kleuterklas: Leg evenveel blokjes bij het dier als dat je geklapt hebt.
Hiermee oefenen we op lettergrepen.
bv: Koe - 1 keer klappen/1 blokje
Varken - 2 keer klappen/2 blokjes
Rekenen:
De dieren hebben honger!
Nodig:
De dieren uit de taalactiviteit mag ook op papier getekend zijn.
2e kleuterklas: 5 dieren
3e kleuterklas: 7 dieren
En 'brokjes'. (Dit kan vanalles zijn, echte brokjes van de hond/kat of blokken of steentjes....)
zorg voor ongeveer 20-25 brokjes.
Kan jij raden hoeveel brokjes hier liggen? laat uw kl gokken.
Leg ze in groepjes van 10 om ze te tellen, had uw kl juist geraden?
Geef nu de dieren eten, verdeel de brokjes over de dieren. Begin met elk dier 1 brokje te geven, zijn er nog over? Dan kan je verder uitdelen.
Hoeveel heeft elk dier er uiteindelijk?
Zijn er nog over?
Dankjewel om de dieren eten te geven!
ps: heb je nog ergens een eierdoos van 12 eitjes liggen voor donderdag? En misschien wat kleine paaseitjes?
Fijne motoriek:
Heb je die dieren nog uit de taalopdracht?
2e kleuterklas: kies er 4
3e kleuterklas: kies er 6
Zorg dat ze verschillend zijn, geen 2 dezelfde dieren.
Bekijk ze goed, voel er ook eens goed aan.
Doe een blinddoek om. Kan jij raden welk dier mama in je handen steekt?
Niet piepen he!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten